Het ontstaan van wijnbouw!

Een onderzoek naar het ontstaan van het wijnbouw!

Don’t know much about history, don’t know much biology…! Hoe en waar is het nu eigenlijk allemaal begonnen met wijn(bouw)? Om alles in perspectief te kunnen zien duik ik de geschiedenis in. Zowel online surfend en offline spittende door mijn bronnen constateer ik dat de historie van wijn zo’n 10.000 jaar terug in de tijd ligt, in 8500 v. Chr.

Ongeveer 11.000 v. Chr. begon het nieuwe stenen tijdperk, de Neolitische revolutie. Voorafgaand aan deze periode bestond er een samenleving van jagers en verzamelaars die een semi-nomadenleven hadden. Mannen jaagden de hele dag, maar kwamen vaak met lege handen terug. Vrouwen bleven op een ‘campbase’ en kookten meestal wat knollen. Daardoor was er aan het eind van de dag toch nog eten. Volgens de antropoloog Richard Wrangham heeft het koken van m.n. deze knollen een zeer essentiële rol gespeeld in de psychologische evolutie van de mens. Hij beweerde dat er een verband zat tussen het eten van de knollen en de groei van hersenen bij de mens.

Langzaam aan ging de mens steeds meer plantaardig eten verzamelen en bereiden en ontstond er een overgang naar een samenleving van mensen wonend in nederzettingen. Inmiddels waren de nomaden vanuit Georgie in Mesopotamie gevestigd. Dit was het begin van de landbouwrevolutie (neolitische revolutie (10.000 jr v. Chr.). Er werd steeds meer eten verzameld (voorraden aanleggen) en mensen gingen vee houden, zodat ze niet meer achter de dieren aan hoefden te jagen. Het begin van wonen in steden was een feit, waarbij de stad Jericho de oudste nog steeds bewoonde stad ter wereld is. Er ontstond steeds meer overschot en ruilhandel, met als gevolg dat mensen zich gingen specialiseren in bepaalde producten/vee. De landbouwoverschotten en de groeiende veestapel veranderden de manier van handel, en er ontstond een behoefte om een boekhouding bij te houden. Deze boekhouding bestond uit verschillende kleivormpjes in spijkerschriften, de zgn. tokens.

En toen was er wijn

Iets later werden de tokens ook gebruikt om recepten en ingrediënten op te schrijven. Hieruit is herleid dat naast vlees, graan, groenten, fruiten en kruiden er ook zoetstoffen gebruikt werden, nl.: honing, dadels en ingekookt druivensap. Om het bereidde eten wat langer te bewaren werd het in kruiken in de grond gelegd. Zo ook het (ingekookt) druivensap, wat tot een roesverwekkende drank vergistte. De wijn is ontstaan

De uit Georgië ‘geïmporteerde’ druivenstokken werden door de nomaden steeds meer gecultiveerd en er werd wijn gemaakt. De oorspronkelijk druivenplant, vitis vinifera silvestris, was een twee-huizige wilde wijnstok, waarbij dus de vruchtafzetting afhankelijk was van bevruchting door wind of insecten. Door een kruising met een één-huizige plant ontstond een tweeslachtige bloem, waarmee de vitis vinifera sativa was ‘geboren’. Dit is het begin van georganiseerde wijnbouw.

Pas tussen 5000-4000 v chr. vond op systematische wijze wijnbouw plaats. Dit is althans wat opgravingen in Georgië, van in zilver gewikkelde stukjes wijnstok als grafgeschenk, veronderstellen. Alle druiven werden als gehele tros in aardewerken vaten (kveri) gestopt en vervolgens in grond ingegraven (temperatuur is laag en redelijk constant). In het voorjaar (dus na een half jaar gisting) werd de vrij zware wijn rechtstreeks uit deze vaten gedronken. Deze traditionele wijze van wijn maken vindt nog steeds plaats in Georgië.

Als we de literatuur dus geloven is Georgië, met al 7000 jaar wijnbouwgeschiedenis, het oudste wijnland ter wereld. Vandaar uit verspreidde de druivenstok naar Klein Azië en langs de kusten van Zwarte en de Middellandse Zee, t.w.:

Richting oosten: Arabië, Perzië (nu Iran)
Richting zuid westen: Phoenicië (Libanon), Syrië, Egypte
Richting westen: Turkije

In Mesopotamië (Irak) tussen Eufraat en Tigris (rivieren) werd wel wijn gemaakt, maar de grond was te vruchtbaar. Druiven leverden geen hoge kwaliteit wijn op. Om deze redenen hebben deze landen zich veel toegelegd op tafeldruiven en het indrogen van druiven. Dit betekende daarmee het einde van de wijnbouw.

De druivenstok bereikte rond 2000 v. Chr. Griekenland en vervolgens Zuid-Italië. Wist je overigens dat Zuid-Italië toen nog Oinotria genoemd werd. (Oenologie betekent wijn in het Grieks). Het waren de Romeinen die de wijncultuur verder naar Europa hebben overgebracht.