Chenin blanc, steengoed!

Afgelopen maandag was ik bij een nascholing over de druif chenin blanc, gegeven door Udo Göebel. In ruim twee uur tijd ging Udo dieper in op de overeenkomsten en verschillen tussen de varianten uit de Loire versus die uit Zuid-Afrika. Een van die verschillen zit in de naam: in Zuid-Afrika noemt men de chenin blanc steen.

De naam chenin is afkomstig van Mont-Chenin, een dorp in Touraine in de Loirevallei. In 1445 is de chenin blanc daar beschreven, destijds nog bekend als ‘plant d’Anjou’. Vanuit Frankrijk is deze druif in Zuid-Afrika, op de Kaap, beland. Er gaan verschillende verhalen rond over hoe die reis van de druif naar de Kaap is verlopen. Er zijn echter geen harde bewijzen.

VOC-druif

Eén verhaal luidt als volgt: Jan van Riebeeck, scheepsarts bij de VOC, heeft in 1654 wijnstokken laten overkomen. Uit later onderzoek bleek dat dit de chenin blanc te zijn. Hij zou op de Kaap wijnstokken hebben aangeplant omdat wijn goed zou zijn tegen scheurbuik. Kaap de Goede Hoop diende in de VOC tijd als verversingspost voor de schepen op hun route naar Indië. De zeelieden konden dan even bijkomen.

Een ander versie van het verhaal is dat de chenin blanc vanuit het Loiredal is meegenomen door de Hugenoten die uit Frankrijk wegvluchtten naar onder andere Zuid-Afrika. Het Edict van Nantes werd in 1685 ingetrokken en er was steeds meer sprake van inperking van godsdienstvrijheid. De calvinisten moesten zich schikken: ‘één koning, één wet, één geloof’. Waarschijnlijk geloofden de Hugenoten alleen in de chenindruif en namen ze hem mee naar Zuid-Afrika.

Een meer aannemelijk verhaal is dat de Hugenoten over land naar Nederland vluchtten. Daar floreerde de Verenigde Oost-Indische Compagnie die altijd op zoek was naar nieuwe goederen om te verhandelen in het Oosten. De Hugenoten werden door de VOC aangeworven om in de Kaapkolonie wijn te gaan maken van de cheninstokken die ze uit Frankrijk hadden meegenomen.

Magische kameleon

De chenin blanc is een zeer veelzijdige druif en er wordt een grote variatie aan wijnen van gemaakt.  “Deze vele gedaanten zijn vooral te danken aan twee eigenschappen van de chenin blanc. Enerzijds bevat de druif van huis uit een hoog zuurgehalte, en anderzijds een flinke dosis natuurlijke suiker”, aldus Jancis Robinson. Je kunt er dus bijna alle vinologische en oenologische variaties op loslaten. De chenin blanc levert de beste kwaliteit als ze in een relatief koel klimaat staat, zoals in de Loirevallei in de regio’s Anjou en Touraine en in verkoelende wijngebieden in Zuid-Afrika. De ‘witte ronde druiven’ zoals Jan van Riebeeck ze beschreef, zijn zeer typerend voor beide gebieden. Voor Zuid-Afrika is het zelfs de signaturedruif en daar is hij goed voor 17.500 ha oftewel 18,6% van de totale aanplant. Ondanks dat de chenin blanc de specialiteit voor centraal Loire is, is hij met een aanplant van ongeveer 9.700 ha de vierde druif van de Loire.

Aan de hand van zes verschillende gedaanten chenin blanc was het aan ons om de herkomst van deze verschillende wijnen te ontdekken. Geen steen, papier, schaar maar gewoon analytisch proeven van chenin blanc. Of was het toch steen? Ik had een tien met een griffel!

Deze twee droge wijnen vond ik het lekkerst:

2022 Swartland, Chenin Blanc, Mullineux, Kloof Street

Een lichte bleekgele kleur, vatgerijpte witte wijn, smaken van meloen en peer, voelt rond en zacht in de mond en heeft een pittige afdronk. Gemaakt van oude wijnstokken. 13,5% alcohol.

2021 Vouvray, Selection, Vigneau

Complexe en rijke witte wijn met smaken van kweepeer, acacia, wat honing en kruiden. Mooie frisse zuren. Hij heeft twee maanden houtrijping gehad en vervolgens nog rijping op zijn droesem. 13,5% alcohol.